“Meer asfalt, daar komen we niet meer mee weg”

Foto: Frank Hanswijk, De Ruit van Rotterdam

Hij valt volledig onder de verantwoordelijkheid van het Rijk. Toch staat de Ruit van Rotterdam op de agenda van het Stadmakerscongres, na de succesvolle kick-off vorig jaar. De Ruit is namelijk van onvoorstelbare betekenis voor de stad, als barrière én verbinder, als toegangspoort en als welzijnsverwoester. Dat vraagt om een nieuwe vorm van stadmaken, letterlijk op een hoger level.

  • 03.11.2021
  • Artikel
  • door Melissa van Amerongen

Bernadette Janssen, directeur van BVR, is vanaf het begin af aan al aanjager over het denken over de Ruit. Wat zijn wat haar betreft de belangrijkste vraagstukken voor het Atelier Ruit 2021.

“Wist je dat we met het Kleinpolderplein de meest compacte knoop van Europa hebben. Niet te geloven hoe klein en goed georganiseerd dat knooppunt is. Maar we hebben ook de meest uiteengelegde knoop van Europa. De Ridderster is een ongelofelijke spaghetti. 86 hectare monofunctionele ruimte midden in onze stad die alleen gebruikt wordt door de auto!”

Net als het verkeer over de Rotterdamse Ruit, raast ook Bernadette Janssen in stevig tempo door het onderwerp dat haar de afgelopen twee jaar bezighield. Wat haar betreft gaat de stad zich veel actiever en veel eerder bemoeien met grote ingrepen aan de Ruit van Rotterdam. Want de Ruit: dat zijn wij, Rotterdammers, zelf. “De Ruit wordt vooral gebruikt voor korte ritjes van 15 minuten, voor ons eigen stadsverkeer dus”.


Foto: Frank Hanswijk

Capaciteit
Maar voor stadsverkeer was de Ruit helemaal niet bedoeld. De Ruit is onderdeel van het hoofdwegennetwerk van Nederland, ontworpen op doorgaand verkeer. “Dat betekent dat die weg is ingericht op doorgaan, op snelheid, op capaciteit verwerken. En niet op verdelen en ergens aankomen, zoals een stadsring behoort te doen.”
Dat betekent geenszins dat de Ruit weg moet uit Rotterdam. “We hebben de wegen juist heel erg nodig. We zijn een logistiek land, de Ruit is de motor van onze economie. Maar volgens onze berekeningen hoeven er ook niet meer wegen bij. De stad groeit, maar mensen maken minder gebruik van de auto, die twee ontwikkelingen compenseren elkaar. Wat ons betreft gaan we het systeem dus anders benutten. Met openbaar vervoer, fietssnelwegen, hubs. De Ruit kan zich ontwikkelen van een monofunctionele naar een multifunctionele ruimte in de stad, met meer dan alleen autoverkeer.”

Foto: Frank Hanswijk

Eerder meedenken
Janssen bepleit dat we als stad eerder meedenken bij verbouwingen aan de Ruit. “De komende tijd zijn er een paar grote werken aan de orde. De Van Brienenoordbrug bijvoorbeeld en de Giessenbrug bij Overschie. Dat gaat over heel veel geld. Ons idee is: als we de stad gaan verbouwen, kunnen we dat dan koppelen aan de verbouw van de Ruit? Niet Rijkswaterstaat op het laatste moment overvallen met een Programma van Eisen vanuit de stad, maar ruim van tevoren nadenken over de relatie tussen de stad en de Ruit. We hebben daarom naar allerlei plannen en ideeën gekeken die er al zijn. Iedereen heeft wel een wens voor een overkluizing, een ondertunneling. Dat zijn allemaal gigantische projecten en je kunt het maar één keer doen. Waar is het dan het slimst?”

Foto: Frank Hanswijk

Redesign
BVR vormt samen met de gemeente en betrokken partners het lab Ruit. Ze organiseren het Atelier Ruit op het komend Stadmakerscongres. Het gaat dit jaar over de Ruit als systeem, maar ook over concrete opgaven.

Het atelier opent met een inleiding van Erik Verroen. “Verroen is topexpert van Rijkswaterstaat. Hij houdt zich bezig met het redesign van het hoofdwegennetwerk en hij gaat iets vertellen over waar de andere steden mee bezig zijn. Met hem kunnen we nadenken over de Ruit als systeem. Kunnen we van de zes banen op de A20 er twee voor doorgaand verkeer maken en de rest voor het stadsverkeer gebruiken? Maar het gaat ook over ingrepen zoals de weg omhoog leggen of juist omlaag, of een ecoduct eroverheen.”

Foto: Frank Hanswijk

Noord, oost, zuid
“Daarnaast willen we met stadmakers drie gebieden verder uitwerken: noord, oost en zuid. De noordkant (A20) gaat heel erg over het verbeteren van de kwaliteit van de bestaande stad. De Ruit zit daar echt heel dicht op de stad. Er zijn plekken waar je de weg bijna kunt aanraken. Kun je de snelweg daar meer inzetten als stadsring en hoe ga je om met milieuvervuiling, geluidshinder en gezondheidsschade? Langs de A20 zit het spoor richting Utrecht. We hebben als stad nauwelijks iets gedaan met de recente verbouwing van station Noord. De slechte verbinding met de snelweg, het muizengaatje er onderdoor, het is allemaal even slecht gebleven, terwijl er zo veel kansen liggen.”

De oostkant (A16) gaat meer over de nieuwe stad. “Daar komt een nieuwe oeververbinding en een hoogwaardig OV-netwerk. En de AZ-lijn, van Alexander naar Zuidplein, wat een domme naam voor Rotterdam! En er worden 20.000 huizen bijgebouwd. Wat wordt de kwaliteit van het wonen hier? Is dat het bos, is dat de polder? Kun je een verbinding leggen tussen beide? De Rotte is een skaterfile, een heel populair recreatiegebied. Zou je zoiets ook richting Capelle kunnen doen? Verder spelen er veel milieuvraagstukken rondom het Kralingse Bos en er is veel geluidsoverlast. Terwijl het een van de weinige stilteplekken zou kunnen zijn in de stad”.

Het derde gebied is de A15 in het zuiden. “Die snelweg zit behoorlijk slim in elkaar, het is echt een internationale corridor, de levensader van onze haven. Die gaat niet veranderen. Maar kunnen we die corridor meer beschouwen als een landschap? Wat voor een soort opgaves vanuit de stad zou je in dat landschap kwijt kunnen? Kunnen we er bijvoorbeeld voor zorgen dat dit gebied energie gaat genereren in plaats van verbranden? Kan dat gebied ook een ecologische parel zijn? Auto’s en beestjes bij elkaar levert meestal een grote ellende op, dus je moet dan wel zorgen voor veilige en vruchtbare subnetwerken.”

Foto: Frank Hanswijk

Trots
Het zijn maar ideeën, ter inspiratie, benadrukt Janssen. “We gaan geen kant en klaar verhaal maken, maar wel onze eigen verwondering en ontdekking delen en mensen daarop bevragen. Net als de vorige keer willen we weer in groepjes van 8-10 mensen aan deelopgaven werken, met kaarten op tafel. De oogst verwerken we in de verdieping die we tekenen.”

Het is daarbij belangrijk om de emotie rondom te Ruit te veranderen. Infrastructuur wordt vaak gezien als iets negatiefs, een sluitpost. “We hebben allemaal wel ergernissen over de ruit, maar eigenlijk moet er ook een soort trots in komen, we moeten de lol ervan inzien. Neem bijvoorbeeld de entree vanuit de stad vanuit het Kleinpolderplein. Die is wáánzinnig. Het is spectaculair hoe hoog je aankomt en landt in de stad.”

“Kijk wat het Centraal Station voor de stad heeft gedaan. Het was de grootste drugs-shitplek van ons centrum. En nu is het ons dikste visitekaartje. Wij geloven dat dit ook kan rond de grote mobiliteitsvraagstukken. Niet alleen een autoweg bouwen voor mensen die hier niets te zoeken hebben, maar er echt iets goeds voor maken voor de stad. We willen het ‘stel dat’-gevoel aanwakkeren, van oh ja, je kan er anders naar kijken!”

Eén overheid
Als de Ruit vooral door de stad gebruikt wordt, zou de stad dan niet ook het eigenaarschap over de snelweg moeten claimen? “Nee! Dan ben je binnen vijf jaar failliet. Een ontwikkelaar wil op plekken zoals bij Alexander misschien wel meebetalen aan een geluidswal, maar de verbouw van die wegen zoals met een overkluizing of ondertunneling kun je nooit uit gebiedsontwikkeling betalen. Nee, het Rijk is eigenaar van de hele Ruit en eigenlijk hebben we er helemaal niets over te vertellen. Zij gaan over beheer en onderhoud en als je de potjes op een andere manier wilt inzetten, zul je dat samen met het Rijk moeten doen. Dat is dus een gesprek tussen stad, provincie en Rijk, als één overheid.”

Foto: Frank Hanswijk

Juist daarom zijn Rijkswaterstaat, en andere partijen zoals het Havenbedrijf, actief bij het atelier betrokken. Die willen op een constructieve manier meedenken over een nieuwe relatie tussen stad en snelweg, denkt Janssen. “Absoluut. Het rijk volgt de ontwikkelingen in Rotterdam en hebben met dezelfde vragen te maken in Den Haag, Amsterdam, Utrecht. Natuurlijk was het eerste doel van Rijkswaterstaat asfalt draaien. Maar met alleen maar meer asfalt komt de overheid niet meer weg. Ze moeten steeds meer nadenken over vragen als: wat voor een soort landschap maken we hier kapot en hoe gaan we dat herstellen?

Lab Ruit tijdens het Stadmakerscongres

Bekijk hier de video van de kick off van het Lab Ruit tijdens SMC20. Lab Ruit is een initiatief van de gemeente Rotterdam samen met BVR Adviseurs Tijdens het SMC21 vindt de werksessie voor het Atelier Ruit plaats van 10.30-12.00 uur in de Kleine Zaal. Het Atelier Ruit is het vervolg op het Lab Ruit.

Met dank aan: Gemeente Rotterdam en 3MP.