De verbinding tussen stadmakers en instituten

Edwin van Uum, eigenaar van het bureau Het Noordzuiden, legt de verbinding tussen formele institutionele partijen en de stadlabs zodat zij een betere samenwerking met elkaar kunnen aangaan.

Tijdens het Stadmakerscongres is hij vanuit het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie aanwezig als gespreksleider bij de sessie ‘ProeftuinNL – Leren van experimenteren in Stadlabs’.
Hoe ben je betrokken bij het Stadmakerscongres?
‘’Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie ondersteunt 37 verschillende stadlabs, die door heel Nederland verspreid zijn. Deze stadlabs worden onder andere financieel ondersteund, om initiatieven die de stad verbeteren, te realiseren. Maar wat wij merken is dat zowel de uitwisseling tussen stadlabs onderling als de uitwisseling met formele partijen maar mondjesmaat plaatsvindt. Er wordt nog weinig door stadlabs onderling uitgewisseld hoe zij van elkaar kunnen leren, laat staan dat de stadlabs in contact staan met grotere institutionele partijen. De verschillen zijn groot, de relatie ontbreekt. Wat wij met ProeftuinNL gedaan hebben is het organiseren van uitwisseling tussen stadlabs onderling, maar ook het mogelijk maken van dialoog tussen stadlabs en formele partijen. Wij brengen als het ware de instituties, zoals gemeenten, provincies en projectontwikkelaars in contact met informele partijen als stadlabs. We hebben afgelopen oktober vier bijeenkomsten georganiseerd, waar stadlabs en institutionele partijen werden samenbracht. Tijdens deze sessies is er veel besproken en zijn er een aantal dilemma’s waar veel tegen aan wordt gelopen boven tafel gekomen. Hier gaan wij tijdens het Stadmakerscongres verder over in gesprek.’’
Wat kan het publiek van de sessie op het Stadmakerscongres verwachten?
‘’Tijdens de eerdere bijeenkomsten hebben we virtual reality filmpjes over verschillende stadlabs ingezet om het gesprek op gang te brengen. Er vonden naast fysieke excursies ook ‘VR excursies’ plaats om een compleet beeld te vormen. Deze VR filmpjes zetten we ook in tijdens de sessie op het Stadmakerscongres, om zo een goed inzicht te geven in de stadlabs. We willen de dilemma’s die we uit eerdere bijeenkomsten hebben gehaald ter discussie stellen. Een voorbeeld van zo’n dilemma is dat stadmakers zich soms niet op waarde geschat voelen, en weinig erkend worden. Hoe kan de bijdrage die stadmakers leveren aan de stad verzilverd worden? Hoe kan hun bijdrage überhaupt zichtbaar worden gemaakt? Terwijl gemeenten en ontwikkelaars veel geld verdienen, wordt het pionierswerk van de stadslabs niet beloond.’’
Wat hoop je dat er tijdens de sessie op het Stadmakerscongres gebeurt?
‘’Ik hoop dat er een soort (h)erkenning van de dilemma’s plaatsvindt. Uit de eerdere bijeenkomsten blijkt dat heel veel stadmakers, of deze nu in Dordrecht of in Arnhem wonen, tegen dezelfde soort dingen aanlopen. Dat willen we nog eens goed ter discussie stellen en verder verrijken. Daarnaast willen we onderzoeken hoe stadlabs verder te professionaliseren zijn. Ook wordt op het Stadmakerscongres een Open oproep gedaan voor nieuwe inzendingen voor stadlabs. Het interessante hierbij is, is dat de voorwaarde voor inzending is gewijzigd. Als stadslab moet je een institutionele partij aan je zijde hebben als voorwaarde om te mogen inzenden. Dus die samenwerking met een institutionele partner, dat zit al ingebakken bij de inzending. Op deze manier wordt er nadrukkelijk een vorm van samenwerking opgezocht.’’
Waar ben je zelf nieuwsgierig naar?
‘’Het congres is sowieso een zeer interessante bijeenkomst. Toevallig was ik vorig jaar een dag voor het Stadmakerscongres op het Festival voor de Toekomst. Dit was een totaal andere bijeenkomst, dat ging over techniek en startups en het publiek bestond voornamelijk uit overheidsbestuurders in pakken. De volgende dag was ik op het Stadmakerscongres en ik was maar één van de weinige mensen die deze cross over maakte. Het Festival van de Toekomst, dat was een totaal ander netwerk en andere mensen dan op het Stadmakerscongres. Ik ben geloof ik maar drie dezelfde mensen tegengekomen. Dat schept een beeld over de instituties aan de ene kant en de stadmakersbeweging aan de andere kant. Dat moet nog meer met elkaar mengen. Beide werelden communiceren nog weinig met elkaar. Dit congres en de ProeftuinNL sessie is een goede stap in die richting.‘’