‘De formule van het Stadmakerscongres is relevanter dan ooit.’

Foto: Rosa Quist, AIR directeur Barbara Luns

Na een grotendeels digitale editie in 2020, is er op 19 november weer een écht Stadmakerscongres in Rotterdam. In een volle Rotterdamse Schouwburg, voor een goed gesprek over de stad.

  • 09.11.2021
  • Artikel
  • door Elsbeth Grievink

Over het congres, over versnellen en vertragen en écht naar elkaar luisteren sprak Elsbeth Grievink met AIR directeur Barbara Luns.

Hoe staat Rotterdam ervoor?
‘Op een bepaalde manier gaat het hartstikke goed. Er wordt veel gebouwd en de economie draait als een dolle. Maar er heerst ook angst en frustratie. Er verrijzen shiny torens, die shiny mensen moeten aantrekken. Maar er worden ook wijken gesloopt en waardevolle gemeenschappen uit elkaar getrokken. Al staan die ontwikkelingen vaak los van elkaar, ze creëren samen een gevoel van tweedeling en uitsluiting, van wij en zij. Zéker in tijden van corona, waarin iedereen zijn mening vooral online deelt, is het belangrijk met elkaar in gesprek te blijven. En écht naar elkaar te luisteren.’

Foto: Frank Hanswijk

Dat gaan we doen op het Stadmakerscongres?
‘Ja! Live, in dezelfde ruimte. Dat hebben we denk ik allemaal gemist. De hele dag zijn er sprekers, werkplaatsen, gesprekken, spellen en tours, en natuurlijk de informele, onverwachte ontmoetingen in de foyer. Die zijn minstens zo waardevol.’

Waar gaan we het over hebben?
‘Er is enorm veel te bespreken. Het is niet dat we twee jaar hebben stilgestaan, het gesprek over de stad is doorgegaan. Maar corona heeft allerlei onderwerpen wel in een ander licht gezet, zoals de woonopgave. Meer dan ooit zijn we ons bewust geworden van het belang van een fijn huis en goede buitenruimte. Van groene plekken in de stad, om te ontspannen en bewegen. En dan komt de energietransitie en de ruimtelijke impact daarvan er nog aan. Daar is de woonopgave peanuts bij. We zullen de komende jaren heel goed moeten samenwerken om de ruimte te verdelen.’
‘We hebben geen tijd te verliezen en toch moeten we stilstaan.’

Kun je de keuze voor het thema, versnellen en vertragen, toelichten?
‘Ja: aan de ene kant hebben we geen tijd te verliezen. We voelen de urgentie om bij te bouwen. Om op te schieten met de energietransitie. Om klimaatmaatregelen te treffen. Afwachten is geen optie, dat weten we allemaal. Tegelijkertijd moeten we stilstaan om deze vraagstukken op een goede manier te bekijken, en niet alleen vanuit ons eigen perspectief. In het gevecht om de ruimte zullen we naar elkaar moeten luisteren en ons bewust moeten worden van onze blinde vlekken.’

Een gevecht om de ruimte, zeg je.
‘Ja, want dat is wat het is. De energietransitie zet ons voor complexe vraagstukken. Als je ondergronds kabels en leidingen aanlegt, wat betekent dat dan voor de bomen die op die plek staan? Als je de stad verdicht, om in de vraag naar nieuwe woningen te voorzien, houden we dan nog wel buitenruimte over, om elkaar te ontmoeten en te vertragen.

Foto: Frank Hanswijk

Hoe krijgen die thema’s invulling tijdens het Stadmakerscongres?
‘Die thema’s lopen als een rode draad door het programma. Er zijn vele tientallen gesprekken, lezingen, debatten, werkplaatsen en tours. Maar ik zal er een paar uitlichten.
In Slag om de Ruimte  staat de ruimtelijke impact van de klimaatopgave en de energietransitie centraal. We hebben onder andere watergezant Henk Ovink uitgenodigd om in te gaan op de vraag hoe Rotterdam, als stad die deels buitendijks gebouwd is, moet omgaan met een stijgende zeespiegel. In het programma De stad voor ons allemaal zoomen we met de Amsterdamse architect Lyongo Juliana in op verschillende culturele perspectieven op de inrichting van de buitenruimte. In het gesprek Publieke Interieurs en de elementen van de stad gaan we het hebben over groenstructuren en ontmoetingsplekken in de stad. Want we hebben de 7 Stadsprojecten, maar welke ideeën zitten daar precies achter en hoe kunnen we daarop sturen? We gaan in gesprek met onder anderen Theo Kemperman, directeur van de Centrale Bibliotheek, en Wilma Franchimon van de Cultuur&Campus op Zuid.’

Op welke manier kunnen bezoekers deelnemen en meedenken?
‘In de kleine zaal hebben we verschillende werkplaatsen ingericht, waar een ieder die dat wil, kan aanschuiven. Hier gaat het over uiteenlopende onderwerpen zoals de Ruit van Rotterdam, de omgevingsvisie en de ruimtelijke impact van de energietransitie en over de manier waarop we samenwerken aan de stad. Verschillende initiatiefnemers delen hier hun ervaringen, vertellen over de hobbels die zij tegenkomen en vragen om input en ideeën.’

Welke nieuwe initiatieven geven jou hoop voor de stad?
‘Dat zijn er een heleboel. Van CPO-project tot buurtmoestuinen. Een initiatief dat mij als eerste te binnen schiet, is een Groene Initiatieven-kaart, waarop je precies kunt zien wélke buurttuinen er allemaal zijn en wie de initiatiefnemers zijn, met als doel deze onderling beter te verbinden. Heel mooi en waardevol, denk ik. Ook is het goed om te zien dat een heel aantal Stadslabs actief is gebleven, ondanks de veranderingen in financiering. Eén daarvan is het Stadslab Hoogkwartier, dat nu bezig is met de aanleg van een plein.’

Foto: Frank Hanswijk

Welke tour kun je aanbevelen?
‘Oh, nu kan ik niet kiezen tussen de tour naar Hillesluis, IJsselmonde en Beverwaard, met de Stadmakerstram. Of de bustour naar Niet-Rotterdam, een initiatief van kunstenaarsduo Verveeld & Verward.’

Zijn er nog dingen veranderd aan het Stadmakerscongres?
‘Nee, want wij waren heel erg toe aan iets vertrouwds. Bovendien denk ik dat de formule van het Stadsmakerscongres, zoals we hem voor corona kenden, nu relevanter is dan ooit.’

Voor wie is het Stadmakerscongres?
‘Voor iedereen die aan de stad werkt en eraan bijdraagt. Architecten, stedenbouwkundigen, beleidsmakers, maar ook initiatiefnemers, ondernemers en culturele partners. Ik vind het heel belangrijk dat mensen die minder macht hebben, ook de kans krijgen hun stem te laten horen. Het Stadmakerscongres is bij uitstek de plek waar een directeur stadsontwikkeling en een volkstuinbeheerder, elkaar ontmoeten. Waar ze van elkaar leren en andere inzichten op kunnen doen.’

Wanneer is het Stadmakerscongres 2021 geslaagd?
‘Als het gelukt is om met heel veel mensen na te denken en te werken aan de stad. Als er veel toevallige ontmoetingen hebben plaatsgevonden. Als bezoekers nieuwe referenties hebben opgedaan, andere perspectieven hebben gehoord en na de dag weer opgeladen en geïnspireerd aan het werk kunnen.’